top of page

De kopten zijn de christelijke Egyptenaren.

Na de verovering van Egypte door de islamitische Arabieren in de 7e eeuw werd kopten de naam voor de inheemse christenen van Egypte. De Arabieren gebruikten dit woord echter ook voor alle niet-moslims in Egypte, waardoor het de Egyptische Joden eveneens insloot. Het merendeel van de kopten woonden in de steden van Upper-Egypte.

Het woord kopt is een (Arabische) verbastering van het Griekse woord voor Egypte: Ægyptos.

Volgens de Egyptische overheid is 8% (ruim 3 miljoen) van de Egyptenaren kopt. De Koptisch-orthodoxe Kerk - is de grootste, maar niet de enige Egyptische christelijke kerk -  in  haar doopregisters zijn er tot wel 11 miljoen  aanhangers (23% tot 27%) . Onpartijdige deskundigen schatten het aantal christelijke kopten in het huidige Egypte op 7–8 miljoen (17%). Het merendeel van hen behoort tot de Koptisch-orthodoxe Kerk, terwijl circa 160.000 kopten behoren tot de Koptisch-katholieke Kerk die geünieerd is met de Rooms-katholieke Kerk.

Als gevolg van de activiteiten van Amerikaanse predikanten ontstonden er in de 19e eeuw groepen protestanten, voornamelijk voormalige koptisch-orthodoxen. In 1957 werd de Koptisch-evangelische Kerk als zelfstandige kerk gesticht. Zij telt circa 80.000 gelovigen, verspreid over 200 gemeenten met 180 predikanten. Deze kerk is vooral actief op het gebied van het onderwijs en de gezondheidszorg en exploiteert een aantal onderwijsinstellingen en ziekenhuizen.

Bij de kopten staat het onderwijs op hoog peil en er zijn onder hen meer intellectuelen dan het gemiddelde voor Egypte, maar bij benoemingen op de hoogste posities genieten voornamelijk moslims de voorkeur. De kopten voelen zich solidair met het Egyptische Arabisch nationalisme.Heden ten dage worden de kopten in Egypte gediscrimineerd en achtergesteld.

Geschiedenis

Het christendom deed al vroeg zijn intrede in Alexandrië, vanuit Syrië en Palestina. Volgens de overlevering gebeurde de kerstening door de evangelist Marcus. De patriarchen van Alexandrië beschouwen zich dan ook de opvolgers van Marcus die volgens hen de eerste bisschop was. In het jaar 312 (Edict van Milaan) werd het christendom een toegestane godsdienst van het Romeinse Rijk en in 385 de staatsgodsdienst. Rond deze periode begon ook het historisch onduidelijke verval van de beroemde bibliotheek van Alexandrië, met haar vele geschriften uit de Oudheid. Het Serapeum van de bibliotheek, een heidense tempel, werd geplunderd na 391. Koptische monniken uit Wadi Natroen namen rond 398 veel heidense geschriften uit de bibliotheek over voor bibliotheken in hun kloosters, het gebouw raakte in verval doordat het als bouwmateriaal gebruikt werd. Ondertussen verdween mogelijk een groot deel van de geschriften naar Constantinopel, de hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk. Volgens Arabische bronnen zijn de boeken uit de kloosters alsook een keizerlijke bibliotheek in Alexandrië rond 642 verloren gegaan bij de islamitische verovering van Neder-Egypte. Egypte maakte - sinds 323 na Christus - deel uit van het Oostelijke gebied van het inmiddels gesplitste Romeinse Rijk (later bekend als Byzantijnse Rijk).

In de 4e, 5e en 6e eeuw waren er opeenvolgende geschillen tussen de patriarchen van Alexandrië (Cyrillus en Dioscurus) en deze van Constantinopel (Nestorius en Eutyches). De richtlijnen uit Constantinopel werden in Egypte steeds meer als bemoeizuchtig en onderdrukkend ervaren en als reactie daarop werd de Koptische Kerk steeds meer een nationale kerk met zeer uitgesproken liturgische, theologische en spirituele kenmerken. Tenslotte werd zelfs het Grieks, de taal van de Byzantijnse 'onderdrukkers', verworpen en werd de voorname Egyptische ambtstaal, het Oudegyptisch oftewel het Demotisch, als kerkelijke taal aangenomen. De Oudegyptische taal ontwikkelde zich in de loop der tijd tot het moderne Koptisch. In de liturgie wordt nog steeds het Koptisch gebruikt.

De eigenlijke oorsprong van de Koptisch-orthodoxe Kerk gaat terug tot het Concilie van Chalcedon in 451. De Koptische Kerk verwierp de uitspraken van dit concilie en scheidde zich uiteindelijk af van het Patriarchaat van Alexandrië dat als verlengstuk van de Byzantijnen werd gezien. Hiermee verloor de Oosters-orthodoxe Kerk bijna al haar leden in Egypte. Veel had te maken met de voortdurende strijd tussen de patriarchen van Constantinopel en Alexandrië. Politieke elementen hebben zeker ook meegespeeld. Volgens de kopten beoogde dit laatste concilie de politieke overheersing van het Byzantijnse Rijk. Inderdaad stond Constantinopel meestal vijandig tegenover de koptische onderdanen en geregeld werden er zelfs door de Byzantijnse overheid vervolgingen uitgevoerd om geëxcommuniceerde ketters terug te voeren naar de Grieks-orthodoxe moederkerk.

De Arabische inval (639-642) resulteerde niet in een onmiddellijke islamisering van Egypte omdat de grotendeels monofysitische koptische christenen de Arabieren als 'bevrijders van het Byzantijnse (Grieks-Orthodoxe juk' zagen en hen aanvankelijk verwelkomden. Onder de Omajjaden-dynastie (658–750) bleek echter, dat de moslims de kopten niet gunstig gezind waren. De kopten, die toen nog in de grote meerderheid waren, probeerden in zes opstanden tussen 725 en 773 zich van het Omajjadische juk te ontdoen. Sinds de islamitische overheersing waren ze lange tijd gedwongen tot het dragen van een bijzondere dracht (donker gewaad met blauwe of zwarte tulband). De christenen bleven minstens tot aan het einde van de 9e eeuw in de meerderheid, volgens sommige historici zelfs tot de 14e eeuw. Geleidelijk namen de tot de islam overgegane koptische christenen het Arabisch over als dagelijkse omgangstaal; het Oudegyptisch is weliswaar geen semitische taal, maar wel een Afro-Aziatische en daarmee in de verte ook verwant aan het Arabisch. Het Arabisch dat in het moderne Egypte gesproken wordt, ook wel Arabisch-Egyptisch genoemd, heeft veel leenwoorden uit het Koptisch overgenomen.

Onder de Fatimiden (969-1171) werd het lot van de christenen iets draaglijker, maar rond 1000 woedden er onder de godsdienstwaanzinnige kalief al-Hakim weer bloedige christenvervolgingen, waarbij veel kerken en vele rijke kloosterbibliotheken en -scholen verwoest werden.

Tijdens de nieuwe vervolgingen onder de Mamelukken (1250-1517) werd zelfs het merendeel van de tot meer dan duizend jaar oude kerken en kloosters verwoest. Na 1300 moest het Koptisch als taal ook wettelijk wijken voor het Arabisch.

Verder naar het zuiden, in Nubië, handhaafde het christendom in zijn koptische vorm zich veel langer en kon de islamisering pas in de Nieuwe Tijd doorgevoerd worden (zie 1484).

Sinds Mehemed Ali (1805-1849) was er officieel geen discriminatie van de koptische christenen, maar in de praktijk veranderde er weinig ten gunste van de kopten. De 19e eeuw bracht relatieve stabiliteit, hoewel het aandeel van de kopten in de totale bevolking door migratiegolven en huwelijken met moslims sterk terugliep. In het Egyptische leger dat in de 20e eeuw een sterke politieke stempel kon drukken op de staat, worden moslims bevoorrecht.

Bij de protesten in Egypte in 2011 die tot de val van het regime Hosni Moebarak leidden, traden moslims en kopten gezamenlijk op. Hoewel de kopten het Arabisch nationalisme omarmden en zich sterk met Egypte identificeerden, nam de emigratie van kopten sterk toe. De koptische kerken prediken al onder het regime Moebarak een langzame terugtrekking van kopten uit de politiek, onder invloed van het politiek islamisme. Dit draagt bij aan de versterking van de isolatie van kopten in Egypte, terwijl aanslagen tegen koptische kerken en kloosters in hevigheid toenemen.

bron wikipedia

Koptische Egypte

bottom of page